vrijdag 23 september 2011

Bijeenkomst 4: Cognitie en ontwikkeling (week 38)

Doelen: Je hebt na afloop van deze themabijeenkomst inzicht gekregen in en kennis opgedaan over de verdieping op de ontwikkelingslijnen en leerlijnen van het jonge kind.
Je hebt na afloop van deze themabijeenkomst inzicht gekregen in en kennis opgedaan over algemene en specifieke behoeften van kinderen.

Tijdens deze bijeenkomst lag de nadruk op de ontwikkeling van de leerlingen en het ontwikkelingsgericht onderwijs. Graag reflecteer ik op deze bijeenkomst aan de hand van de volgende drie vragen;
- Wat was nieuw voor je?
- Wat heb je daarvan geleerd?
- Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis te gaan doen in de stage?

Wat was nieuw voor je?
In deze bijeenkomst was veel kennis al bekend. Deze kennis werd voornamelijk als basis gebruikt en uitgebreid gedurende de les. Zo werd er dieper ingegaan op de ontwikkeling van leerlingen en op het ontwikkelingsgerichte onderwijs. Met de methode van Dhr. D. Memelink kan een leerling precies gevolgd worden in zijn ontwikkeling; het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM). Nieuwe stof ter uitbreiding was ook de cirkel van basisontwikkeling. In deze cirkel zijn basiskenmerken, de brede ontwikkeling en specifieke kennis en vaardigheden opgenomen waardoor een leerling zich kan ontwikkelen. Daarnaast hebben we als bijlage een lijst ontvangen met daarop de kenmerken van programmagericht, ervaringsgericht en ontwikkelingsgericht onderwijs.

Wat heb je daarvan geleerd?
Van deze bijeenkomst is vooral mijn kennis weer opgehaald en uitgebreid/verdiept. Ik heb geleerd hoe het ontwikkelingsvolgmodel van Dhr. D. Memelink precies werkt. Vanuit de stage ken ik dit model met haar kleuren en blokjes al wel, maar ik heb er zelf nog niet mee gewerkt en door aan de slag te gaan met de verschillende ontwikkelingsgebieden (kaartenspel), heb ik hier meer inzicht in gekregen. Het lijkt me een heel duidelijk/overzichtelijk systeem. In één oogopslag kan direct duidelijk zijn waar welk kind behoefte aan heeft en hoe hier op in te spelen is. Door samen met de leerling een volgende taak aan te pakken, of de leerling slechts te helpen, wordt de zone van naaste ontwikkeling geprikkeld en kan het zijn dat de leerling hierdoor groeit in zijn ontwikkeling. Daarnaast heb ik meer geleerd over het ontwikkelingsgerichte onderwijs en de cirkel van basisontwikkeling. Deze cirkel werkt van binnen naar buiten en van buiten naar binnen en staat voor de ontwikkelingsgebieden bij een kind. In toepassingsopdracht 7 wordt dit nog duidelijker toegelicht.

Wat ben je van plan met deze nieuwe kennis te gaan doen in de stage?
In de stage wil ik duiken in het ontwikkelingsvolgmodel, indien deze op stage wordt gebruikt. Daarnaast wil ik in voorbereiding op mijn lessen de cirkel van basisontwikkeling betrekken; waar kan ik de leerlingen bij stimuleren en laten groeien in hun ontwikkeling? Daarnaast zal ik met toepassingskaarten 6 en 7 oefenen in het bekijken van ontwikkelingsmateriaal en het signaleren/observeren van ontwikkelingsgebieden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten